Jozeph Beuys riep 50 jaar geleden al hiertoe op, als een van de eerste kunstenaars die zag wat er te gebeuren stond als we bomen blijven kappen. En ondernam actie: bomen tegen kap beschermen en nieuwe aanplanten. Een jaar later volgde de Club van Rome met de wetenschappelijke feiten.
Zelf verdwaalde ik toen nog als 16 jarige in de bossen van Brabant, gegrepen door het donkere, spannende, magische, het ondoordringbare van het bos.
Eeuwenlang boezemde het bos ontzag in, bron van heiligheid, sprookjes en andere verhalen, waar geesten en trollen achter elke boom konden opduiken, waar je je beschut voelde, waar je kon onderduiken, en je fantasie op hol sloeg.
Inmiddels gaat de ontbossing wereldwijd in sneltreinvaart door, en verdwijnt de magie van het bos.
Nog net voor de huidige lock-down konden we zien wat voor hedendaagse kunstenaars het verlies van het bos betekent, voor hen en ons, dat we moeten redden van wat er nog te redden valt.
Niet vreemd dat deze tentoonstelling te zien is, ver van de betonjungle van de Randstad aan de rand van Nederland, daar waar nog echt bos is…, in het Valkhof in Nijmegen.
Verlies aan magie
Grote vraag voor mij was vooral: slagen de kunstenaars erin om de magie van het bos te vangen en mij de urgentie te laten voélen dat met het bos ook een deel van ons dreigt te verdwijnen. Velen gaven in hun werk het gevoel van schoonheid en urgentie, sommigen riepen op tot actie.
Ik zag zeker waar de vernietiging van bomen en bos toe leidt: verlies van schoonheid, van kleuren en geluiden, van diversiteit, van herinneringen ook.
klik op afbeelding voor vergroting en informatie
Sommigen gaven me het gevoel dat met het verdwijnen van het bos ook de magie ervan verdwijnt: in de wandgrote tekeningen van Erik Odijk (Nederland) zag ik nog trollen, in de foto’s, maskers en performances van Uýra Sodoma (Brazilië) de bosgeesten, en lieten Margit Lukács & Persijn Broersen (Nederland) me virtueel (ver)dwalen door het donker en licht van Białowieża, het laatste oerbos in Polen.
Hedendaagse fetisj
Het meest aangrijpend vond ik het werk Kreupelhout van Berlinde de Bruyckere (België): een bundel van samengebonden hout, welke met opgevulde jute zakken en met was geïmpregneerde takken een soort hedendaagse fetisj werd. Voor mij verbeeldde dit object fraai een ritueel, een waarin wordt gerouwd om het verlies van bomen, van leven, en tegelijkertijd was het een offer, een inleiding en inwijding tot een nieuwe wereld.
Dit alles konden we nog net zien 2 dagen vóór we 19 december een nieuwe lock-down ingingen. Ik hoop dat de musea na 14 januari weer opengaan, maar helaas wordt deze tentoonstelling niet verlengd.